Schaatsen het slijpen van de ronding

Schaatsen slijpen begint bij het slijpen van de ronding

Wij slijpen uw schaatsen het hele jaar door. Vandaag brengen, morgen klaar! 

De ronding van de schaats wordt machinaal geslepen. Deze manier van schaatsen slijpen kan je niet zelf. De machine die je nodig hebt om de ronding te slijpen is duur. Er zijn dus maar weinig mensen die de ronding zelf slijpen. Dit kan alleen door een specialist die beschikt over een rondingsmachine. Bijna elke schaatsvereniging heeft wel een materiaalspecialist die beschikt over de juiste apparatuur. Ook wij beschikken over een ronding-slijpapparaat. De ronding is met het blote oog te zien door in de lengterichting over de schaats te kijken. Hoe groot de ronding van je schaats is kan je niet met het blote oog zien of testen. Hier is speciale meet-apparatuur voor. De grootte van de ronding van je schaatsen wordt weergegeven in een getal dat staat voor de straal van een cirkel die zou ontstaan als je de ronding van de schaats door zou trekken. Bijvoorbeeld 23 meter wat tegenwoordig voor wedstrijdschaatsers een heel gebruikelijke waarde is.

Ronding Met de ronding van een schaats wordt bedoeld dat het glij gedeelte van de schenkel van het ijzer een deel van een cirkel beschrijft. Het ijzer is aan de onderkant niet vlak, maar de voor en achterkant komen omhoog. Ronding wordt gemeten in meters. Bij langebaanschaatsen bedraagt de ronding meestal tussen de 19 en 28 meter. Het getal aan meters is de radius van een cirkel. Bij een schaats met een ronding van 21 meter wil het dus zeggen dat het glijvlak net zo rond is als de omtrek van een cirkel die een radius heeft van 21 meter. Een ronding van 21 wordt kleiner of ronder genoemd ten opzichte van een ronding van 23, die groter of vlakker is. Over het algemeen wordt er met langebaanschaatsen gereden op een ronding tussen de 21 en 25 meter. Redenen voor een ronding zijn het stuurbaar maken van de schaats en een optimale drukverdeling te verkrijgen. Een schaats zonder ronding, maar met een totaal vlak glij gedeelte, zal de neiging hebben om alleen maar rechtdoor te willen glijden. Een natuurlijke sturing is dan niet mogelijk. Wanneer een schaats met ronding schuin op het ijs staat, zal deze ronding er voor zorgen dat de schaats een boog gaat beschrijven. Hoe ronder de schaats aan de onderkant, hoe kleiner de mogelijke bocht is. Noren-schaatsen hebben een grotere ronding dan ijshockey of kunstschaatsen. Een kleinere ronding zorgt voor meer sturing en makkelijker bochten lopen, maar is nerveuzer op de rechte stukken. Een kleinere ronding zorgt er ook voor dat er maar een kleiner stuk ijzer contact heeft met het ijs. Bij een grotere ronding is er meer contact, wat vaak door sprinters wordt gewaardeerd.